De ultieme kaassoufflé uit de oven

Even over de eieren: je scheidt altijd eerst de eieren voor de soufflé. De dooiers gaan door de bechamelsaus en de eiwitten klop je helemaal stevig en voeg je op het laatst toe aan de kaassaus.

Bij het scheiden van de eieren mag er geen dooier bij het eiwit komen. Anders krijg je het eiwit niet goed stijf geklopt.

Je kunt het beste een extra kommetje gebruiken voor je eiwitten naast je mengkom waarin je ze stijf klopt. Vervolgens scheid je stuk voor stuk de eiwitten. Giet je eiwit, na het scheiden meteen in het aparte kommetje en daarna giet je het pas over in de grote mengkom. De dooier doe je in een apart kopje. Mocht er een eiwit met een stukje dooier in je extra eiwitkommetje terecht komen, dan is dat geen ramp, het is er immers maar eentje. Overigens zijn er speciale lepeltjes in de handel voor dit doel.

Zorg dat je mengkom en garde van je mixer/keukenmachine superschoon zijn. Maak bij twijfel garde en kom extra vetvrij met een keukenpapier met paar druppels citroenschap. Die schone kom en het scheiden van de eieren zijn belangrijk voor het slagen van een soufflé. Verder moet je zorgen dat de oven niet te heet wordt. In een hete oven krijgt de soufflé te weinig kans om te rijzen.

Nu gaan we eindelijk in actie komen.

Verwarm de oven voor op 160 /180 graden C.

Rasp de kaas.

Scheid de eieren. En let daarbij op de aanwijzingen hierboven.

Pel en snipper de knoflookteen fijn. Maak de melk heet in een pannetje of in de magnetron.

Smelt de boter op niet te hoog vuur in een steelpan. Bak de knoflooksnippers kort mee. Doe de bloem erbij en bak een minuutje mee. Roer ondertussen met een garde de bloem goed om. Als boter en bloem goed gemengd zijn, kun je beetje bij beetje de melk toevoegen. Steeds als de klontjes van het bloem mooi egaal door de melk zijn geroerd kun je hete melk erbij doen. Blijf vooral heel goed roeren en zorg dat het vuur niet te hoog staat. Als de bechamelsaus klaar is voeg je de tijm, geraspte kaas en peper toe. Roer heel goed met de garde en laat zachtjes pruttelen totdat alle kaas is opgelost. Zet nu het vuur uit. Roer de dooiers met de kluts door de kaassaus totdat het mooi egaal is.

Klop de eiwitten met een snufje zout stijf.

Vet de souffléschaal/-schaaltjes in met boter.

Nu kun je de eiwitmassa voorzichtig door de saus spatelen.

Bak de soufflé in het midden van de oven in 25 à 30 ben minuten gaar en goudbruin. Open de oven de eerste 20 minuten niet. Je hebt kans dat de soufflé dan inzakt.

Je kunt, terwijl de soufflé in de oven staat, een salade maken.

Zorg dat de tafel gedekt is en je stokbrood en salade al klaar staan als je soufflé uit de oven komt. Hij zakt na korte tijd al in. Maar maak je geen zorgen, ook een ingezakte kaassoufflé smaakt heerlijk!